Programma 9. Besturen in verandering van tijden

Voor een goed totaalbeeld hebben we een analyse gemaakt inclusief mutaties in de reserves.
We hebben een voordeel op de directe personele kosten in 2023 van € 0,6 miljoen. Hier tegenover staan hogere algemene overhead kosten (€ 0,7 miljoen) en een lagere toerekening van uren aan investeringen van € 58.000 (nadeel). Per saldo geeft dit een totaal nadeel van € 158.000.

Het voordeel op de directe personele kosten van € 0,6 miljoen bestaat uit de volgende grote posten:
-Lagere kosten afdeling Leefomgeving, Wonen en Economie: € 344.000. Vooral veroorzaakt door vacatureruimte en lagere kosten inhuur.
-Lagere kosten Werk & Inkomen: € 432.000. Belangrijke oorzaken hiervan zijn:
oLagere uitvoeringskosten rijksmiddelen inburgering: € 200.000. De middelen waren bedoeld voor het dekken van uitvoeringskosten voor de hogere instroom van inburgeraars en het uitvoeren van de leerbaarheidstoets.
oLagere kosten kwaliteit en ontwikkeling: € 134.000. Dit wordt vooral veroorzaakt door lagere kosten voor het project Processen Sociaal domein dat in 2023 is gestart en nauw samenhangt met de invoering van de implementatie van het Regiesysteem binnen het sociaal domein.
-Lagere kosten Zorg: € 195.000. Belangrijke oorzaken hiervan zijn:
oLagere kosten regioteams (€ 294.000). Dit komt vooral door vacatureruimte en minder inhuur.
oHogere inhuurkosten uitvoering WMO (€ 110.000).
-Lagere kosten afdeling Mens en Maatschappij: € 171.000. Dit wordt vooral veroorzaakt door ureninzet van medewerkers voor onderwijsachterstandenbeleid.
-Lagere kosten ICT: € 849.000. Hiervan wordt € 261.000 veroorzaakt door uitvoeringsbudget voor de implementatie van de Wet Open Overheid (WOO). De WOO is op 1 mei 2022 in werking getreden. Daarnaast lagere kosten voor het opschonen, ordenen en overdragen archief van de voormalige gemeente Lith (€ 123.000). Het restant voordeel wordt vooral veroorzaakt door vacatureruimte en lagere inhuurkosten.
-Lagere kosten griffie: € 166.000. Dit wordt veroorzaakt door vacatureruimte gedurende 2023.

Naast deze voordelen hebben we aantal nadelen, zoals:
-Hogere kosten projectenbureau: € 319.000. Dit wordt vooral veroorzaakt door extra inhuur om groot aantal lopende projecten voortgang te laten hebben.
-Hogere kosten vastgoed: € 199.000. Dit komt vooral door hogere inhuurkosten vastgoedontwikkelingsprojecten.
-Hogere kosten publiekscentrum: € 205.000. Dit wordt vooral veroorzaakt door extra inhuur in voorbereiding op de reisdocumentenpiek die tussen 2024-2025 plaatsvindt.
-Hogere kosten Personeel en Organisatie: € 277.000 door extra inhuurkosten en door extra inzet van een recruiter in verband met ontwikkelingen in de arbeidsmarkt.

Het nadeel op de algemene overhead van € 0,7 miljoen bestaat uit de volgende grote posten:
-Lagere kosten uitvoering ICT: € 131.000. Vooral veroorzaakt door lagere kosten voor software. Dit bestaat uit een overschot van € 247.000 voor Office 365 (office is pas gestart in april 2023) en een tekort op diverse andere software licenties (Obsurv en Motion).
-Hogere kosten uitvoering P&O: € 829.000. Deze hogere kosten komen vooral door de vorming van een voorziening voor de nieuwe verlofspaarregeling.

We hebben een voordeel van € 1,3 miljoen. De gemeenten zijn het uitvoeringsorgaan voor pensioenen van wethouders. Elk jaar worden berekeningen gemaakt hoeveel geld in de voorziening moet zitten voor pensioenen wethouders. In de afgelopen jaren hadden we, destijds op verzoek van de toenmalige accountant, hierbij een afwijkende berekeningswijze. Voor 2023 en de toekomst hebben we in overleg met onze huidige accountant besloten om de reguliere berekeningsmethode te volgen. Op basis van nieuwe berekeningen kan uit de voorziening € 1,3 miljoen vrijvallen. Voor een deel is dit het gevolg van de nieuwe berekeningswijze en voor een deel komt dit door de gestegen rente. We stellen voor om dit budget te reserveren en te storten in de reserve voor verplichtingen van wethouders.

We hebben € 150.000 aan hogere kosten en € 261.000 aan hogere opbrengsten. Per saldo hebben we een voordeel van € 111.000. Dit heeft de volgende oorzaken:
-Hogere kosten (€ 153.000) en hogere opbrengsten (€ 214.000) voor reisdocumenten: We hebben hogere kosten door het meer verstrekken van reisdocumenten dan verwacht. De dip in de reisdocumenten was geraamd op € 210.000 en blijkt slechts 25% daarvan te zijn. Dit was ook zo in 2022 en lijkt daarmee structureel te zijn. De piek wordt verwacht in 2024. We hebben daardoor ook hogere opbrengsten.
-Hogere opbrengsten door het meer verstrekken van rijbewijzen (€ 61.000).
-Lagere opbrengsten door minder ontvangsten van leges voor verklaringen omtrent gedrag en uittreksels (€ 60.000).
-Hogere opbrengsten voor naturalisaties (€ 52.000): We zien dat het aantal naturalisaties blijft toenemen door de toename van het aantal vluchtelingen. Dit lijkt structureel maar laat zich erg moeilijk voorspellen.

We hebben € 153.000 aan lagere kosten. Dit heeft een aantal oorzaken.
-Lagere kosten programma Schadewijk (€ 82.000): De kosten 2023 zijn lager omdat Ons Welzijn geen opbouwwerker heeft kunnen leveren. Verder is het programma Schadewijk in 2023 enigszins stilgevallen. Dit mede in verband met personele wisseling bij dit project. In 2023 is een bestuursopdracht opgesteld die we gaan uitwerken. Daarmee gaan we in 2024 aan de slag als ontwikkelfase. In deze fase wordt een programmaplan opgesteld waar op sommige onderwerpen extra (externe) inzet nodig is. Daarom willen het niet bestede budget 2023 overhevelen naar 2024.
-Lagere kosten wijk- en dorpsraden (€ 35.000).
-Lagere algemene kosten en presentiegelden (€ 35.000).

Zie toelichting onder overhead.