Samenvattend financieel beeld
Inleiding
Voor u ligt de programmarekening 2023 van de gemeente Oss. Deze programmarekening bestaat uit het jaarverslag en de jaarrekening. Hiermee leggen wij, het college van B&W, verantwoording af over het gevoerde beleid van de gemeente in 2023.
Deze verslaglegging over de gemeentelijke prestaties en bestedingen in het jaar 2023 zijn uitwerkingen van de beleidsvoornemens uit de programmabegroting.
In de aanbiedingsbrief hiervoor is al ingegaan op het inhoudelijke verhaal. In dit hoofdstuk ligt de nadruk op bijzonderheden in financieel opzicht.
Rekeningresultaat 2023
De jaarrekening 2023 sluit met een voordelig saldo van € 7,1 miljoen. In de volgende tabel zijn de rekeningcijfers vergeleken met de bijgestelde begroting (na verwerking van de 3O-ontwikkelingen in de financiële tussenrapportage 2023 en de programmabegroting 2024-2027).
+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten | |||
Omschrijving | Rekening 2023 | Begroting 2023 | Verschil |
---|---|---|---|
Lasten | 368.167 | 388.667 | -20.500 |
Baten | -389.613 | -390.838 | 1.226 |
Saldo programma's | -21.445 | -2.171 | -19.274 |
Stortingen reserves | 48.307 | 47.887 | 420 |
Onttrekkingen reserves | -33.947 | -43.638 | 9.691 |
Mutaties reserves | 14.360 | 4.249 | 10.111 |
Resultaat | -7.086 | 2.078 | -9.163 |
In het hoofdstuk Bestemming rekeningresultaat wordt voorgesteld het saldo voor € 5,9 miljoen in te zetten voor projecten die doorlopen in 2024 en een bedrag van € 1,2 miljoen te storten in de algemene reserve.
Het positieve saldo van de jaarrekening kent een aantal oorzaken. Het verschil tussen het begrote saldo en het werkelijke saldo is € 9,2 miljoen. In de volgende tabellen zijn de belangrijkste voor- en nadelen opgenomen. Deze voor- en nadelen verklaren per saldo een bedrag van € 9 miljoen.
Belangrijke voordelen
- is lagere uitgaven/hogere inkomsten | ||
Programma | Omschrijving | Bedrag |
---|---|---|
1. Welzijn en Zorg | Lagere kosten Maatschappelijke Opvang (met name COVID-19) | -493 |
Lagere kosten jeugdwerk | -550 | |
2. Werk, inkomen en onderwijs | Lagere kosten bijstandsuitkeringen | -1.158 |
Lagere kosten arbeidsparticipatie | -235 | |
Lagere kosten minimabeleid | -245 | |
Voordeel bijzondere bijstand | -200 | |
3. Ontmoeten, sport en cultuur | Lagere kosten kunst en cultuur | -195 |
Voordeel GALA/IZA | -900 | |
Hogere opbrengsten energieafrekeningen en exploitatiebijdragen | -259 | |
Lagere subsidies Thuis in de buurt en Iemhof | -130 | |
Voordeel sportaccommodaties | -1.002 | |
Lagere kosten evenementen | -165 | |
4. Klimaat, energie en openbare ruimte | Hogere opbrengsten compostering | -160 |
Voordeel afvalverwijdering bedrijven | -217 | |
Lagere kosten en hogere opbrengsten nutsbedrijven | -250 | |
Lagere kosten klimaatadaptatie | -112 | |
5. Economie | Positief saldo beheercomplexen en verhuurde panden en percelen | -330 |
Lagere kosten verduurzaming Moleneind | -222 | |
7. Verstedelijking, wonen en mobiliteit | Lagere kosten verkeer | -360 |
Hogere opbrengsten anterieure overeenkomsten | -400 | |
9. Besturen in verandering van tijden | Lagere kosten pensioenvoorziening (voormalige) wethouders | -1.325 |
Lagere kosten dienstverlening | -111 | |
Lagere kosten wijkgericht werken | -153 | |
10. Financieel beleid | Hogere algemene uitkering (decembercirculaire) | -6.500 |
Hogere OZB opbrengsten | -327 | |
Lagere rentekosten en hogere renteopbrengsten | -1.931 | |
totaal | -17.930 |
Belangrijke nadelen
+ is hogere uitgaven/lagere inkomsten | ||
Programma | Omschrijving | Bedrag |
---|---|---|
1. Welzijn en Zorg | Hogere kosten Jeugdhulp | 2.063 |
Hogere kosten Dagbesteding en begeleiding | 345 | |
2. Werk, inkomen en onderwijs | Hogere storting voorziening dubieuze debiteuren | 836 |
Hogere kosten Energietoeslag | 3.900 | |
Hogere kosten onderwijshuisvesting | 245 | |
4. Klimaat, energie en openbare ruimte | Hogere kosten dagelijks onderhoud groen | 395 |
7. Verstedelijking, wonen en mobiliteit | Nadeel omgevingsvergunningen | 594 |
9. Besturen in verandering van tijden | Hogere personeels- en overheadkosten | 158 |
10. Financieel beleid | Kosten BTW en vennootschapsbelasting | 400 |
totaal | 8.936 |
Belangrijke mutaties in reserves (financieel neutraal)
Onderstaande posten zijn belangrijke afwijkingen binnen reserves. Per saldo hebben deze afwijkingen geen effect op het jaarrekeningresultaat. Wel hebben ze direct invloed op de reservepositie.
- is lagere uitgaven/hogere inkomsten | ||
Programma | Omschrijving | Bedrag |
---|---|---|
1. Welzijn en Zorg | Lagere kosten transformatieopgave jeugd | -477 |
Lagere onttrekking uit de algemene reserve | 477 | |
Resultaat opvang vluchtelingen | 1.700 | |
Hogere storting in de reserve vluchtelingen | -1.700 | |
Lagere kosten Beschermd Wonen | -1.500 | |
Storting in de reserve Beschermd | 1.500 | |
2. Werk, inkomen en onderwijs | Lagere kosten onderzoeken onderwijshuisvesting | -350 |
Lagere onttrekking IVB | 350 | |
Lagere kosten leefgelden vluchtelingen | -238 | |
Lagere onttrekking vluchtelingen | 238 | |
3. Ontmoeten, sport en cultuur | Lagere kosten IVB projecten | -332 |
lagere onttrekking aan de reserve IVB | 332 | |
Lagere kosten Ontmoeten Noord West | -1.100 | |
Lagere onttrekking uit de algemene reserve | 1.100 | |
Lagere kosten verduurzaming gemeentelijk vastgoed | 404 | |
Lagere onttrekking uit de reserve verduurzaming gemeentelijk vastgoed | -404 | |
Lagere kosten Zuiderstrandtheater | -549 | |
Lagere onttrekking aan de algemene reserve | 549 | |
4. Klimaat, energie en openbare ruimte | Voordeel afvalverwerking | -627 |
Lagere onttrekking uit reserve Afvalstoffenheffing | 627 | |
Lagere kosten warmtetransitie, energietransitie en duurzame polder | -774 | |
Lagere onttrekking investeringsfonds duurzaamheid | 774 | |
5. Economie | Vertraging project baggeren haven | -502 |
Lagere onttrekking reserve baggeren | 502 | |
6. Centrum | Lagere kosten centrum | -361 |
Minder onttrokken reserve Investeringsfonds stadshart | 361 | |
7. Verstedelijking, wonen en mobiliteit | Lagere kosten/ hogere opbrengsten parkeren | -470 |
Ten gunste van de reserve parkeren | 470 | |
Extra kwaliteitsbijdragen | -481 | |
Exrtra storting in groenfonds landelijk gebied | 481 | |
Lagere kosten omgevingswet | -348 | |
Storting in de reserve Omgevingswet | 348 | |
9. Besturen in verandering van tijden | Lagere kosten ICT | -300 |
Lagere onttrekking reserve automatisering | 300 | |
Lagere kosten IVB projecten | -200 | |
Lagere onttrekking reserve IVB | 200 | |
Lagere kosten versterken gemeentelijke dienstverlening | -100 | |
Lagere onttrekking reserve gemeentelijke dienstverlening (POK) middelen | 100 | |
Lagere kosten invoering omgevingswet | -500 | |
Lagere onttrekking reserve omgevingswet | 500 | |
Lagere kosten uitvoering bestaanszekerheid | -200 | |
Lagere onttrekking uit reserve bestaanszekerheid | 200 | |
Totaal | 0 |
Financiële positie
In deze paragraaf wordt in het kort de financiële positie van de gemeente weergegeven door te kijken naar de volgende onderdelen:
A. Weerstandsvermogen en weerstandsratio
B. Financieringspositie
C. Reservepositie
A. Weerstandsvermogen en weerstandsratio
Het weerstandsvermogen geeft de financiële gezondheid van de gemeente weer. We drukken deze uit in een ratio. De uitkomst van de ratio moet in beginsel minimaal 1 zijn.
Op hoofdlijnen is het beeld als volgt:
Omschrijving | Bedrag/ratio incidenteel | Bedrag/ratio structureel |
---|---|---|
Geïnventariseerde risico’s | € 4,9 miljoen | € 8 miljoen |
Weerstandscapaciteit | € 24,5 miljoen | € 5,1 miljoen |
Weerstandsratio | 4,97 | 0,63 |
De conclusie hieruit is dat de incidentele weerstandscapaciteit van voldoende omvang is om de gekwantificeerde risico’s te ondervangen. De structurele weerstandscapaciteit is van onvoldoende omvang.
We zien forse structurele risico's, met name het risico van de stijgende rente en jeugdhulp maken dat de begroting flink onder druk staat. Dit vormt een uitdaging voor komende begroting. We blijven inzetten op de lobby richting het Rijk voor voldoende financiering voor onze taken.
Ten opzichte van de programmabegroting 2024-2027 zijn er een aantal risico's vervallen. Deze zijn inmiddels concreet geworden en de effecten hiervan zijn verwerkt in deze jaarrekening.
B. Financieringspositie
De financieringspositie geeft de verhouding aan tussen beschikbare financieringsbronnen op langere termijn (reserves, voorzieningen en langlopende geldleningen) ten opzichte van de investeringen in vaste activa. Hiermee geeft het dus aan op welke manier de activa gefinancierd zijn.
De financieringspositie geeft aan dat er eind 2023 een financieringsoverschot is van afgerond € 21,1 miljoen. Hiervan kan het volgende overzicht worden gegeven:
bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | 1 januari 2023 | 31 december 2023 |
---|---|---|
Reserves | 191.842 | 225.266 |
Resultaat jaarrekening | 19.065 | 7.085 |
Voorzieningen | 40.190 | 35.848 |
Langlopende geldleningen | 60.637 | 51.423 |
Subtotaal | 311.734 | 319.622 |
Immateriële vaste activa | 1.142 | 1.204 |
Materiële vaste activa | 239.878 | 270.480 |
Financiële vaste activa | 27.348 | 27.762 |
Subtotaal | 268.368 | 299.446 |
Financieringsoverschot | 43.366 | 21.176 |
De gemeente is in verhouding in totaal dus meer gefinancierd met langlopende middelen. Dit komt doordat we onze voorraad aan grondexploitaties ook grotendeels gefinancierd hebben met langlopende middelen. We zien in 2023 wel een afname van langlopende geldleningen van circa € 9 miljoen. Voor meer informatie verwijzen we naar de toelichting op de balans.
Financiële positie grondbedrijf
De paragraaf grondbeleid en het MPG bevatten de verantwoording van het grondbedrijf over het afgelopen jaar en geven inzicht in de prognose tot en met het jaar 2027.
Ontwikkeling boekwaarde
De boekwaarde van het grondbedrijf per 31 december 2023 is circa € 42 miljoen. Dit gaat om de volgende belangrijke onderdelen die via het grondbedrijf gaan: herstructurering, woningbouw, industrie, immateriële vaste activa (plankosten nieuwe plannen) en strategisch grondaankopen. Dit is exclusief inclusief het Osse aandeel van de boekwaarde van het intergemeentelijke project Heesch-West, aangezien de voorziening in 2022 is ingebracht in de gemeenschappelijke regeling.
De boekwaarde bestaat uit gronden en uit kosten die we al gemaakt hebben voor diverse projecten.
Actuele prognose
De actuele prognose uit het MPG geeft het volgende totaalbeeld:
bedragen x € 1.000 | |||
Omschrijving | Boekwaarde per 31-12-2023 | Verliesvoorzieningen | |
---|---|---|---|
Herstructureringsplannen | 15.249 | 19.561 | |
Woningbouwcomplexen | -1.226 | ||
Industrieterreinen | 5.514 | ||
Immateriële vaste activa | 6.521 | 6.521 | |
Strategische aankopen | 15.464 | 2.102 | |
Totaal | 41.522 | 23.112 |
De verwachte winstnemingen over de jaren laten de volgende prognose zien (van vastgestelde grondexploitaties, excl. verliesvoorzieningen):
bedragen x € 1.000 | |||||
Omschrijving | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|---|
Herstructureringsplannen | 838 | 511 | 50 | 0 | 0 |
Woningbouwcomplexen | 3.284 | 2.278 | 3.352 | 788 | 1.107 |
Industrieterreinen | 298 | 2.938 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 4.420 | 5.727 | 3.402 | 788 | 1.107 |
Uit deze overzichten valt op te maken dat we de komende jaren nog een toekomstige winst van circa € 15 miljoen verwachten. Winstnemingen gaan naar de ABR (algemene bedrijfsreserve grondbedrijf). De ABR dient namelijk als weerstandsvermogen. Aangezien het huidige saldo van de ABR nihil is, verwachten we de komende jaren géén afroming meer van deze reserve. De winsten zijn dus nodig om risico’s en verliesvoorzieningen af te dekken.
Reserves en voorzieningen grondbedrijf
De algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf (ABR) is bedoeld om risico’s af te dekken die zich binnen het grondbedrijf kunnen voordoen. Voor de bepaling van de risico’s maken we gebruik van de Monte-Carlomethode binnen het grondbedrijf. Hiermee bewerkstelligen we een eenduidig risicobeleid waarbij alle risico's van de grondexploitaties worden meegenomen In het volgende schema is een totaaloverzicht gegeven van de ontwikkeling van de ABR in 2023:
bedragen x € 1.000 | ||
Omschrijving | Bedrag | |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2023 | 3.680 | |
- Rente | 39 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen industrie | 298 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen woningbouw | 3.284 | |
- (Tussentijdse) winstnemingen herstructurering | 838 | |
- Verkoop beheergronden | 106 | |
Stortingen | 4.565 | |
- Reserve bovenwijkse voorzieningen (PB 2023) | -2.174 | |
- Storting in voorziening te verwachten exploitatieverliezen | -212 | |
- Storting in voorziening plankosten IMVA | -2.579 | |
- Storting in de reserve brede school Lith | -1.710 | |
- Ontwikkeling Kapelaan Nausstraat | -95 | |
- Afdracht kostenverhaal (reserve bovenwijkse voorzieningen/verbetering fysieke kwaliteit) | -401 | |
- Rentekosten strategische aankoop het Brand | -147 | |
- Vennootschapsbelasting | -819 | |
- Onttrekking voor taskforce versnelling woningbouw | -108 | |
Onttrekkingen | -8.245 | |
Stand ABR per 31 december 2023 | 0 |
Op basis van een meerjarenprognose en de risicoanalyse is het verloop van de reserves en voorzieningen binnen het grondbedrijf als volgt:
bedragen x € 1.000 | |||||
Omschrijving | 31 december 2023 | 31 december 2024 | 31 december 2025 | 31 december 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Algemene bedrijfsreserve | 0 | 2.826 | 5.644 | 4.964 | |
Reserve strategische aankopen | 5.686 | 5.665 | 5.643 | 5.623 | |
Risicoreserve Heesch West | 1.734 | 1.734 | 1.734 | 1.734 | |
Reserve binnenstedelijke transformaties | 10.000 | 14.700 | 19.700 | 19.700 | |
Voorziening immateriële vaste activa | 6.521 | 8.333 | 8.333 | 8.333 | |
Voorziening exploitatieverliezen | 19.561 | 5.753 | 1.273 | 0 | |
Voorziening afwaardering (I)MVA | 2.102 | 2.102 | 2.102 | 2.102 | |
Totaal | 45.604 | 41.113 | 44.429 | 42.456 |
De algemene bedrijfsreserve (ABR) stijgt de komende jaren. De minimale omvang van deze reserve op basis van risico-inschattingen bedraagt € 4,4 miljoen en zal door nieuwe plannen de komende jaren verder stijgen. Dit betekent dat de huidige hoogte van de ABR lager is dan deze minimale omvang. Dit betekent dat er de komende jaren er geen sprake meer kan zijn van afromingen. Daarbij wordt het belangrijk om de ABR weer aan te gaan vullen tot dit minimale niveau.
Vanuit de ABR is er in 2023 storting gedaan in de reserve bovenwijkse voorzieningen.
In de voorziening exploitatieverliezen is het verwachte verlies van de grondexploitatie voor het Walkwartier opgenomen (ruim € 13,6 miljoen). Hierin zitten ook verliezen gekoppeld aan andere projecten.
Voor het project Heesch West is de voorziening van € 13,1 miljoen in april 2022 ingebracht bij de gemeenschappelijke regeling (en dus niet meer aanwezig binnen onze gemeente). We hebben op basis van onze risicoanalyse een aanvullende risicoreserve van afgerond € 1,7 miljoen voor Heesch West gevormd.
Voor afwaardering van strategische gronden Ravenstein is een voorziening gevormd van € 2,1 miljoen.
Voor een verdere specificatie verwijzen we naar het MPG, de paragraaf grondbeleid en de toelichting op de balans.
C. Reservepositie
De reservepositie geeft het volgende beeld:
bedragen x € 1.000 | |||
Omschrijving | 1 januari 2023 | 31 december 2023 | |
---|---|---|---|
Algemene reserve | 32.300 | 41.002 | |
Algemene reserve grondbedrijf | 3.680 | 1 | |
Reserves ter dekking begroting | 21.637 | 19.538 | |
Bestemmingsreserves ter afdekking van afschrijvingslasten | 12.736 | 16.602 | |
Overige bestemmingsreserves | 121.489 | 148.125 | |
Resultaat jaarrekening | 19.065 | 7.085 | |
Totaal | 210.907 | 233.353 |
De totale reservepositie is gestegen met ruim € 22,5 miljoen. De algemene reserve is toegenomen door met name het positieve resultaat over 2022 (destijds is € 11 miljoen van het resultaat in de algemene reserve gestort).
De algemene reserve van het grondbedrijf is gedaald door besluitvorming in de programmabegroting 2023-2026 om deze reserve af te romen en te storten in de reserve bovenwijkse voorzieningen. Door vertraagde winstneming is deze storting niet volledig gerealiseerd omdat anders de algemene reserve van het grondbedrijf negatief zou worden.
De reserves die ingezet worden ter dekking van de begroting dalen conform eerdere besluitvorming. Door nieuwe investeringen stijgen de reserves ter dekking van afschrijvingslasten.
De overige bestemmingsreserves stijgen met circa € 28 miljoen door per saldo extra stortingen in de reserves, zoals:
- Reserve beschermd wonen: € 6,1 miljoen;
- Reserve opvang vluchtelingen: € 10,9 miljoen;
- Reserve dak- en thuisloosheid: € 1,3 miljoen;
- Reserve bovenwijkse voorzieningen: € 5,4 miljoen;
- Reserve baggeren haven: € 3,8 miljoen;
- Reserve organisatieontwikkeling: € 1,1 miljoen.
Voor meer informatie verwijzen we naar de toelichting op de balans, onderdeel reserves.
Ontwikkelingen na 2023
De financiële positie van de gemeente komt flink onder druk te staan. We verwachten dat het structurele tekort in de begroting richting 2027/2028 op zou kunnen lopen richting de € 7 miljoen tot € 8 miljoen. Dit heeft een aantal oorzaken:
- Huidig tekort programmabegroting 2024-2027: € 3 miljoen structureel;
- Risicoposten: (maximaal) risico € 2 miljoen;
- Gestegen rente: € 2 tot € 3 miljoen.
Tekort vanuit programmabegroting 2024-2028
De programmabegroting 2024-2027 sloot met een structureel tekort van afgerond 3 miljoen vanaf 2026-2027. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het ravijnjaar. Dit waren naar onze mening een acceptabele tekorten. Deze tekorten ontstaan voornamelijk door een sterke afname van de algemene uitkering (het zogenaamde ravijn) en door het zelf opnemen van een aantal onderbouwde risicoposten. Het gaat om de volgende posten en risicobedrag:
bedragen x € 1.000 | |||
Bedrag | % | Bedrag | |
Mogelijk tekort jeugdzorg | 1.800 | 50% | 900 |
Investeringskosten onderwijs | 1.200 | 80% | 960 |
Versnelling klimaat- en energiebeleid | 1.500 | 50% | 750 |
Hogere subsidie culturele instellingen | 600 | 50% | 300 |
Totaal | 2.910 |
Het totale risico hiervan was € 5,1 miljoen. Dit betekent dat we het restant van 2 miljoen nog als risico niet hebben afgedekt. Vooral de risico’s voor tekorten binnen jeugdzorg zijn hierin groot omdat we oom in deze jaarrekening voor het eerst tekorten zien op de uitvoering van jeugdzorg.
Onzekerheden vanuit het Rijk
Het is zeer waarschijnlijk dat we in de meicirculaire 2024 nog geen duidelijkheid komt over eventuele compensatie van het ravijnjaar en het afschaffen van de opschalingskorting. Het is onzeker of dit bij Prinsjesdag/septembercirculaire dit wel het geval is. Daarbij bestaat ook de kans dat wanneer er wel een nieuw kabinet is ze nog geen definiet besluit nemen over de structurele financiering van gemeenten, maar wederom kiezen voor tijdelijke of gedeeltelijke compensatie. We blijven dus begroten in onzekerheid.
Stijgende rentekosten
We verwachten een extra structureel nadeel van enkele miljoenen door hogere rentekosten.
De rente was jarenlang erg laag. Onze gemiddelde rente waarvoor we leenden was jarenlang rond 1,1%. De rente is de afgelopen tijden sterk gestegen. Dit heeft een groot effect op onze begroting, omdat investeringsprojecten daarmee duurder worden. We hebben de financieringsbehoefte voor de komende 4 jaar in beeld gebracht. Daarbij is het erg lastig in te schatten wanneer daadwerkelijke uitgaven bij grote projecten precies gedaan worden. De ervaring is dat dit altijd wat achter blijft t.o.v. de begroting. Samengevat verwachten we dat onze financieringsbehoefte afgerond € 290 miljoen bedraagt.
De rente per december 2023 was circa 3,6%. Deze is de afgelopen maand gedaald naar 3,1%.
Wanneer we uitgaan van een rente van 3,5% stijgen de kosten voor onze investeringen met afgerond € 3,4 miljoen. Bij een rente van 3,1% zal dit € 2 miljoen zijn. Dit is inclusief financiering en hogere kosten voor de realisatie van de nieuwe Lievekamp en het zwembad. Hierbij hebben we al rekening gehouden met maatregelen die we kunnen treffen, zoals het niet meer toevoegen van rente aan reserves. We werken dit uit richting de Kadernota 2025-2028. De stijgende rente betekent dat we voor enkele miljoenen aan hogere kosten op moeten vangen in de begroting. Dit zorgt voor extra druk op het meerjarenbeeld. We verwachten per saldo hogere kosten van ongeveer 2 tot 3,4 miljoen die we niet binnen de budgetten op kunnen vangen.
Overige risico’s
Daarnaast zien we nog overige risico’s die effect zouden kunnen hebben op onze meerjarenbegroting. Dit zijn onder andere de inflatie, stijgende zorgkosten, de landelijk in te vullen maatregelen voor de hervormingsagenda jeugd. Ook zijn er nog overige 3O-ontwikkelingen te verwachten waar financiële ruimte gevonden voor zal moeten worden.
Resultaatbestemming 2023
In de jaarrekening wordt voorgesteld om het positieve saldo van afgerond € 7,1 miljoen te bestemmen. We stellen voor een bedrag van € 5,9 miljoen over te hevelen naar 2024 voor concrete projecten over te hevelen naar 2024. Dit bedrag is nodig voor de uitvoering van deze projecten. Het restant van € 1,2 miljoen storten we in de algemene reserve.
Accountantscontrole
De onafhankelijke accountant heeft op grond van artikel 213 van de Gemeentewet een getrouwheidsonderzoek uitgevoerd naar de baten, lasten en balansmutaties. We hebben een goedkeurende verklaring ontvangen.